Derde Pijler

De derde pensioenpijler is een pensioensregeling waar de werknemer zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar pensioenopbouw. De werknemer kan via de derde pensioenpijler banksparen voor pensioen. Op deze manier kan de werknemer een eventueel pensioengat opvullen. Banksparen is een vorm van sparen waarbij een gunstig fiscaal voordeel behaald kan worden doordat het gespaarde bedrag voor specifieke doelen gebruikt kan worden. Het banksparen met als einddoel het opvullen van een pensioengat wordt dan ook pensioensparen genoemd.

Aanvullende regeling

Daar waar de eerste pensioenpijler voor rekening was van de overheid, de tweede pensioen voor rekening was voor de werkgever, is de derde pensioensregeling voor de werknemer allen en heeft niets te maken met de eerste 2 pijlers. De derde pijler wordt ook wel de pijler voor aanvullende regelingen genoemd. De aanvullende regel zijn bedoelt om te sparen wanneer men verwacht dat de eerste twee pijler gezamenlijk niet voldoen aan de levensstandaard na het bereiken van de pensioenleeftijd.

Fiscaal voordeel

Het banksparen voor pensioen wordt mogelijk gemaakt door de belastingdienst en brengt 2 fiscale voordelen met zich mee. Het eerste fiscale voordeel is dat het gestorte bedrag afgetrokken mag worden bij de belastingaangifte inkomstenbelasting. Men betaalt dus geen inkomstenbelasting over het uitgekeerde pensioenbedrag volgens de derde pijler. Het tweede fiscale voordeel is dat het gespaarde vermogen niet meegeteld hoeft te worden bij berekening van vermogen. U betaald geen pensioen vermogen of vermogens belasting op het gespaarde bedrag. Voorwaarde voor dit fiscale voordeel is dat men aan moet tonen dat er sprake is van een pensioengat en dat het banksparen voor pensioen terecht dit gat opvult